donderdag 21 februari 2013

Sebastian



"HEEEEEEELP!" Het gegil van een meisje. Het was dichtbij. Ik rende wild op het geluid af. Ik zag nog net door een muur de witte substantie van een geest wegdrijven. De deuren van de lift stonden open en ik zag kleine vingertje uit het gat komen. Was er iemand in gevallen? Waren hier überhaupt meer mensen? Ik viel op mijn knieën en keek in het gat. Een paar felgroene ogen keken me recht aan. Zonder verder nog na te denken greep ik de handjes vast en trok ik met al mijn kracht het meisje omhoog. Ze was niet zo zwaar dus ik had haar zo weer op de vloer. Het meisje had mooie rode haren, het krulde een klein beetje. Er liepen wat tranen over haar wangen. "Wat is er gebeurd?" vroeg ik bezorgd. Als ik zo naar het kleine tengere meisje keek, wilde ik niets anders dan haar beschermen van al het kwaad en gespuis dat hier rondzwierf. Het meisje leek nog een beetje in shock te zijn. "Wat is je naam? Ik ben Sebastian." zei ik vriendelijk. "A-annie." zei het meisje bibberend. Mijn oog viel op haar prachtige rode roos. Ik pakte haar handen opnieuw vast. "Luister Annie, die rood die jij daar hebt, daar moet je heel erg voorzichtig mee zijn! Bescherm haar met je leven, anders moet je het bekopen met het jouwe." Annie knikte, maar ze leek het allemaal nog niet meteen te begrijpen. Ik haalde mijn roos tevoorschijn. De mijne was wit. Hij was al wat blaadjes verloren. Het was heel vreemd en ik begreep er niets van, maar telkens als er een blaadje van de roos af viel (wat overigens alleen gebeurde als ik me bezeerde of iets heel erg doms deed waardoor ik in aanraking kwam met de geesten hier) deed het me heel erg veel pijn. Ik was hier eerst met een andere jongen. Voor zover ik wist waren wij de enige hier, op deze vreemde plek. Zijn lichtblauwe roos was heel snel al haar blaadjes verloren. Ik kon zijn gegil nog altijd in mijn oren na horen. Ik voelde me ook nog altijd schuldig, als ik nou voor hem was gesprongen toen de clown ons aanviel, had hij het misschien overleefd. Ik schudde de gedachte weg. "Weet je waar je bent?" vroeg ik aan Annie. Ze schudde met haar hoofd. "Ik ook niet." zei ik met een zucht. "Ik weet alleen dat er geen uitgang is en dat we de enige hier zijn." Omdat ik haar niet bang wilde maken besloot ik maar niet al te veel over de monsters te gaan vertellen. "Voel je je alweer wat beter?" vroeg ik. Annie knikte en stond op. Ze was erg klein. "Weet je nog hoe je hier terecht bent gekomen?" Annie schudde haar hoofd. Ik sloot mijn ogen even en dacht na. Wat kon hier toch aan de hand zijn? "Ik was hier gewoon... ineens..." zei ze. Ik kon horen hoe ze haar angst een beetje onder drukte. Ik knikte begrijpend. "Weet je wat, kom even met me mee. Ik heb een ruimte ontdekt waar al dat gespuis ons niet kan vinden. Daar mag je even uitrusten. Je zult vast erg geschrokken zijn." Ik stak mijn hand uit en Annie nam hem aan. Ik loodste Annie zo snel mogelijk naar mijn kamer. Ik zou er voor zorgen dat haar niets zou overkomen. Het zou me niet weer gebeuren!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten